In ieder geval: daar geen rouwkapellen of trieste gezichten. Neen, men is blij om Eunice (zo heet mijn ondertussen goede vriendin) terug te zien. Na enige plichtplegingen – oa in de vorm van een kleine bijdrage mijnentwege voor het transport van de familie - stapt deze op de bus, incl de nodige kratten bier en sterke drank (voor ter plekke, niet voor onderweg!). Met spijt in het hart (ik had het graag meegemaakt) wuif ik hen, samen met enkele achterblijvers die zich over mij zullen ontfermen, uit en wens hen een goed begrafenis toe.
dinsdag 5 januari 2010
Dar Es Salaam (Tanzania), dinsdag 5 januari, rond 10h30 lokale tijd.
Na een zoals steeds lange, maar voorspoedige vlucht sta ik in de luchthaven van Dar op mijn bagage te wachten. Op een gegeven moment rolt er een stoel (?) van de bagageband. Ik kan het niet laten om daarover een (stom) mopje te maken tegen de Tanzaniaanse die naast me staat, aanleiding tot een korte babbel. Deze babbel leert me dat ze in Dar woont, maar in Zweden studeert. Dat ze met de feestdagen thuis in Dar was en eigenlijk eergisteren pas terug in Zweden was, waar ze het jammerlijke nieuws kreeg dat haar vader overleden was. En dat ze daarom na 1 nacht alweer terug in Dar stond. Dat ze diezelfde namiddag nog met de hele familie zouden afreizen naar een dorpje op de grens met Rwanda op een drietal dagen reizen. En of ik geen zin had om mee te gaan!!! Bon, wat zeg je dan, na eerst gecondoleerd te hebben? Ik: graag – na verleden jaar in Congo een trouwfeest, waarom dit jaar geen begrafenis in Tanzania-, maar jammer genoeg geen tijd. Niet getreurd echter – dit bedoel ik ook letterlijk, laat ons zeggen dat men op een andere manier met de dood omgaat – dat ik niet kan meegaan, betekent toch niet dat ik niet in de familiewoning kan blijven overnachten? Na enige aarzeling (is dit wel gepast?) stem ik in. No problem, hakuna matata!
Eunice, mijn gastvrouw en haar broer, klaar om naar Kigoma te vertrekken
Vervolg: na een tussenstop in het treinstation waar we m’n ticket voor de Tazara-express (zie later) boeken, komen we aan in de –overigens zeer gerieflijke- familiewoning van de familie Kafrica (what’s in a name?). De familie is duidelijk niet onbemiddeld.
In ieder geval: daar geen rouwkapellen of trieste gezichten. Neen, men is blij om Eunice (zo heet mijn ondertussen goede vriendin) terug te zien. Na enige plichtplegingen – oa in de vorm van een kleine bijdrage mijnentwege voor het transport van de familie - stapt deze op de bus, incl de nodige kratten bier en sterke drank (voor ter plekke, niet voor onderweg!). Met spijt in het hart (ik had het graag meegemaakt) wuif ik hen, samen met enkele achterblijvers die zich over mij zullen ontfermen, uit en wens hen een goed begrafenis toe.
De Kafrica-familiewoning in een buitenwijk van Dar
Mijn slaapkamer-voor-1-nacht, self-contained :-)
In ieder geval: daar geen rouwkapellen of trieste gezichten. Neen, men is blij om Eunice (zo heet mijn ondertussen goede vriendin) terug te zien. Na enige plichtplegingen – oa in de vorm van een kleine bijdrage mijnentwege voor het transport van de familie - stapt deze op de bus, incl de nodige kratten bier en sterke drank (voor ter plekke, niet voor onderweg!). Met spijt in het hart (ik had het graag meegemaakt) wuif ik hen, samen met enkele achterblijvers die zich over mij zullen ontfermen, uit en wens hen een goed begrafenis toe.
De Kafrica-familiebus, klaar om naar de begrafenis te vertrekken
Die avond geniet ik samen met een schoonbroer en iemand die ik nog altijd niet goed kan situeren in de familiekring van een paar frisse pintjes op een van de stranden van Dar es Salaam. Kilimanjaro, Safari,... (zo heten de plaatselijke pintjes) een mens zou van minder beginnen dromen...
Godfrey, m'n beschermengel kijkt me sceptisch aan als ik hem vertel over de Belgische biersoorten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten